kraamzorg
Wat is kraamzorg?
Kraamzorg is geschoolde zorg tijdens en na een bevalling in de eerste week na de geboorte, voor de kraamvrouw en haar gezin.
De kraamzorg intake
Tijdens de zwangerschap vindt er vanuit de kraamzorgorganisatie een intakegesprek plaats over de kraamtijd. Een intakegesprek kan zowel thuis, telefonisch als online plaatsvinden. Er zal gesproken worden over wat de verwachtingen zijn, de taken, de vereisten en er is gelegenheid voor ouders om vragen te stellen.
Aan de hand van de gemaakte rapportage tijdens de intake wordt een kraamzorgplan opgesteld. Hier staan de doelen en afspraken in beschreven die gemaakt zijn. Wensen van het kraamgezin en bijzonderheden staan ook in het kraamzorgplan.
De bevalling en kraamzorg
Wanneer een vrouw thuis bevalt, wordt zij begeleid door een verloskundige. De kraamverzorgende assisteert de verloskundige bij de bevalling. Als een vrouw in het ziekenhuis wil bevallen zonder medische reden is er sprake van een poliklinische bevalling, ook wel een verplaatste thuisbevalling genoemd. De eigen verloskundige en de assisterende kraamverzorgende begeleiden de bevalling, Er is een apart team kraamverzorgsters dat de poliklinische bevallingen assisteert. Na de bevalling gaan de ouders weer naar huis met de baby. Een andere kraamverzorgende zorgt er dan voor dat de ouders en de baby thuis verzorgd worden en thuis een goede start krijgen.
Kraamtijd
Tot en met dag 8 is er een kraamverzorgende in het gezin aanwezig, waarbij de dag waarop de baby is geboren als de eerste dag telt. Kraamzorg vindt aaneengesloten op alle dagen van de week plaats, in de regel overdag en bij uitzondering ’s avonds. Ook zon- en feestdagen zijn dagen waarop kraamzorg verleend wordt. Kraamzorg kan eventueel verlengd worden in overleg met de verloskundige, dan kan er nog een 9e en 10e dag zorg geleverd worden. Onder ‘veelgestelde vragen’ vind je alvast wat filmpjes ter voorbereiding op de kraamtijd.
Veelgestelde vragen
Wat zijn de taken van de kraamverzorgster?
- Ze geeft begeleiding en ondersteuning van de (borst)voeding
- Ze is er voor de verzorging van de moeder en de baby
- Een kraamverzorgende houdt de medische conditie van zowel moeder als kind nauwlettend in de gaten, onder andere door lichamelijke controles zoals de temperatuur op te meten
- De kraamverzorgende heeft vooral een signalerende taak
- Als er mogelijk problemen bij de moeder of de baby zijn overlegt de kraamverzorgende met de verloskundige
- Ze biedt een luisterend oor en heeft een observerende rol
Uiteindelijk werkt zij naar de situatie waarin de ouders in staat zijn zelfstandig en met vertrouwen voor hun kindje te zorgen. Daarnaast legt de kraamverzorgende de kraamvrouw en het gezin in de watten. Zij neemt een stukje van het huishouden over gedurende de kraamweek.
Hoe verzorg ik mijn baby de eerste 24 uur?
Wat controleert de kraamverzorgster bij de moeder?
- Lichaamstemperatuur en hartslag: een verhoogde temperatuur of hartslag kunnen tekenen zijn van stuwing of een ontsteking.
- Hechtingen: veel kraamvrouwen zullen hechtingen hebben door een ruptuur. Met name als een vrouw van haar eerste kindje bevalt is het reëel te verwachten dat zij ingescheurd of ingeknipt is tijdens haar bevalling. Een ruptuur is het uitscheuren van (een deel) van het perineum. Het perineum is het stukje huid tussen de vagina en de anus. Een episiotomie is het inknippen van het perineum.
- Borsten: de kraamverzorgster controleert op rode plekken, harde schijven of (beginnende) tepelkloven. Dit vind doorgaans tijdens de voedingsmomenten plaats en bijvoorbeeld bij het helpen met het aanleggen van de baby. Moeders die borstvoeding geven maar ook moeders die kunstvoeding geven worden hierop gecontroleerd. Rond de vierde dag hebben veel vrouwen last van stuwing. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de op gang komende melkproductie maar ook door de toegenomen doorstroming van de bloedvaten en lymfeklieren. Ook al geeft een moeder geen borstvoeding, hormonaal wordt er altijd iets van melkproductie ingezet. Dit zorgt ervoor dat ook vrouwen die kunstvoeding geven stuwing kunnen krijgen.
- Baarmoederstand en vaginaal bloedverlies: Als de baarmoeder weer kleiner wordt is dit een goed teken en is de kans op veel bloedverlies klein.
- Benen: doordat een kraamvrouw minder mobiel is en meer in bed ligt maar ook door hormonale veranderingen kan het bloed langzamer door de bloedvaten stromen. Wanneer het bloed minder goed door de vaten stroomt dan is er een verhoogde kans op het krijgen van trombose.
- Nagaan of de ontlasting op gang gekomen is.
- Psyche: na de bevalling volgt een spannende en vaak onzekere periode met allemaal nieuwe taken, verantwoordelijkheden en gebeurtenissen. Ook gaan de ervaringen rondom alle indrukken van de bevalling en de geboorte vaak nog een aantal keren door het hoofd van de kersverse moeder. De meeste vrouwen hebben ongeveer de vierde dag na de bevalling een dip. Deze wordt veroorzaakt door een combinatie van onrustige nachten met bijbehorend slaapgebrek, zere borsten, eventuele pijnlijke hechtingen en natuurlijk door alle hormonen. Het lucht op om dan even lekker uit te huilen bij je partner, je familie of vrienden. Maar ook kraamverzorgende zijn er in dit geval voor de moeder om haar op te vangen, er voor haar te zijn en uitleg te geven over deze tranen. Soms zijn het gewoon tranen van geluk. Dit is een volkomen normale reactie en gaat na een paar dagen vaak weer over. Het kan echter ook zijn dat dit gevoel weken of zelfs maandenlang aanhoudt. Dit wordt een postnatale- of postpartumdepressie genoemd.
Wat controleert de kraamverzorgster bij de baby?
- Drinken: zo is het tijdens de kraamweek belangrijk dat de kraamverzorgende kijkt naar het drinkgedrag van de baby en ondersteuning van borstvoeding (indien van toepassing).
- Poepen en plassen: binnen 24 uur na de geboorte is het wenselijk dat een baby voor het eerst geplast heeft. De meeste baby’s zullen binnen 24 uur na de geboorte hun eerste ontlasting lozen, dit noemen we meconium. De kraamverzorgende houdt de hoeveelheid plas- en poeluiers daarom goed in de gaten.
- Temperatuur: de kraamverzorgende meet de temperatuur van de baby. Dit is belangrijk omdat het voor een baby erg lastig is om de temperatuur op peil te houden. Een baby heeft in verhouding een groot huidoppervlak (vooral het hoofdje). Warm blijven kost veel energie voor de baby, daarom zal hij ondersteund worden met kruiken.
- Gewicht: de kraamverzorgende weegt de baby altijd op de dag dat moeder en kind uit het ziekenhuis komen om die meting te vergelijken met wat het ziekenhuis die dag heeft gemeten. De baby wordt meerdere keren gewogen om het voedingsbeleid met de verloskundige te kunnen evalueren. Een baby verliest de eerste dagen gewicht omdat het kindje nog weinig voeding binnenkrijgt en de energie vaak nog gebruikt wordt om de temperatuur op peil te houden. Rond de 3e of 4e dag is het gewicht van de baby vaak het laagst. Vanaf de 5e dag gaan de meeste baby’s weer groeien. Dit is normaal.
- Huidskleur: de huid van pasgeborenen kan enkele dagen na de geboorte geel worden. Dit komt doordat een bepaalde afvalstof (bilirubine) in het bloed en in de huid van de baby terechtkomt. De meeste pasgeborenen krijgen tijdelijk een geel verkleurde huid ongeacht hun huidskleur. De meeste baby’s worden een beetje geel en dat kan geen kwaad. Na een paar dagen tot twee weken verdwijnt de gele verkleuring meestal vanzelf. De verpleegkundige/ kraamverzorgster controleert de huidskleur van de baby gedurende de kraamweek.
Wat houdt de gehoortest bij mijn baby in?
Wat houdt de hielprik bij mijn baby in?
Je kunt 24/7
rekenen op de deskundigheid van onze professionals
Je bent verzekerd van veilige zorg
Je staat bij Annature niet alleen. De zorg voor jou en je baby doen we samen
Je wordt gastvrij
ontvangen in een sfeervolle omgeving
Jij kent ons en wij kennen jou. Wij hechten veel waarde aan persoonlijk
contact