Het is belangrijk dat je het bewegingspatroon van je baby leert herkennen. Zo weet je of het goed gaat met je baby en wat je moet doen als je baby minder of anders beweegt. Wanneer je onder controle bent van de verloskundige, zal de verloskundige je vragen langs te komen op de praktijk of komt de verloskundige bij je thuis langs om de hartslag van de baby te controleren. Als de verloskundige of gynaecoloog het nodig vindt, krijg je uitgebreide controles op de Triage afdeling.

Hoe wordt de conditie van de baby gecontroleerd?
In het ziekenhuis wordt er een CTG (cardiotocogram) gemaakt, waarbij de hartslag van de baby en de spanning van de baarmoeder minimaal een half uur worden geregistreerd. Tijdens dit onderzoek mag je partner of begeleider in de wachtkamer wachten. Na het CTG zal met de echo gekeken worden naar de hoeveelheid vruchtwater. Je krijgt ook een afspraak bij echocentrum Focus om de groei van de baby te meten. Dit gebeurt enkel wanneer dit langer dan twee weken geleden is gemeten. Wanneer de controles goed zijn, mag je weer naar huis. Er zal uitleg gegeven worden wat je moet doen wanneer je de baby weer minder voelt bewegen. Soms wordt er een vervolgafspraak gemaakt.

Heb je na de controles opnieuw het gevoel dat je de baby minder voelt bewegen, twijfel dan niet en neem dan altijd contact op met je verloskundige of gynaecoloog.