Tijdens de zwangerschap ontwikkelt de baby al vroeg zijn/haar schildklier. Alleen werkt die nog niet in de eerste maanden. Je baby gebruikt dan jouw schildklierhormonen om te groeien. Niet genoeg schildklierhormoon kan zorgen voor een miskraam of een lager IQ van de baby. Daarom is een goede instelling van jouw schildklierfunctie vanaf het begin van de zwangerschap belangrijk.

Het is belangrijk dat een te langzaam werkende schildklier goed behandeld wordt. Je zult elke 4-6 weken bloed prikken via de huisarts of internist om te kijken of de medicijnen moeten worden aangepast. Waarschijnlijk krijg je meer medicijnen met schildklierhormonen als je zwanger bent. Je zwangerschap kan worden begeleid door jouw eigen verloskundige. Controle van de baby door de kinderarts is niet nodig na de geboorte.

Na de bevalling kun vaak je weer dezelfde hoeveelheid schildklierhormoon gaan slikken als voor je zwangerschap. Je kunt gewoon borstvoeding geven.

Werkte je schildklier eerst te snel en door behandeling nu te langzaam? Dan is het belangrijk dit aan te geven bij jouw verloskundig hulpverlener. Extra controle op antistoffen in het bloed en controle van de baby is dan wel nodig.