Trombose

Je hebt eerder een trombose doorgemaakt of je hebt een verhoogd risico op trombose. De zwangerschap geeft ook een groter risico op het krijgen van trombose. Hormonen in de zwangerschap zorgen voor een veranderende samenstelling van het bloed. Deze veranderingen geven juist ook in de kraamperiode een verhoogd risico.

Op basis van jouw voorgeschiedenis wordt gekeken of je de hele zwangerschap of alleen in het kraambed injecties (fraxiparine) moet krijgen tegen trombose. Deze kun je zelf toedienen in het bovenbeen of de buik. Je mag hierbij gewoon borstvoeding geven.

Ook het dragen van steunkousen in de zwangerschap kan een trombose helpen voorkomen. Daarbij geeft het minder kans op vermoeide benen en spataderen.

De controles zullen volledig in het ziekenhuis plaatsvinden als je in de zwangerschap injecties moet gebruiken. Als dit alleen in het kraambed nodig is kunnen de controles ook grotendeels bij je eigen verloskundige. We zullen je aan het begin van de zwangerschap en bij 35 weken op de polikliniek zien om een duidelijk plan te maken en de medicatie voor te schrijven. De bevalling kan dan met je eigen verloskundige in het ziekenhuis.

Veelgestelde vragen

Wat bespreken we bij het bevalplan?

Als je vanwege trombose injecties gebruikt in de zwangerschap zullen we met je bespreken wat dit betekent voor de bevalling. Je stopt de injecties in overleg met het ziekenhuis als de bevalling is gestart. Je kunt veilig een ruggenprik krijgen 10 uur na de laatste injectie van een lage dosering (of 24 uur na de laatste injectie bij een hogere dosering). Andere manieren van pijnstilling zijn altijd mogelijk.

Hoe gaat het na de bevalling?

Na de bevalling moet je nog 6 weken injecties gebruiken tegen trombose. Mocht jij of je partner hier nog weinig ervaring mee hebben, vraag dan de verpleegkundige om het een keer samen te doen.

Vraag ook naar het recept voor de injecties (fraxiparine) voor 6 weken na de bevalling, als je dat nog niet gehad hebt.

Welke anticonceptie?

Als je eerder een trombose hebt gehad kan je niet elk voorbehoedmiddel gebruiken. Voorbehoedmiddelen met het vrouwelijk hormoon oestrogeen (zoals de pil, de vaginale hormoonring en de hormoonpleister) vergroten de kans op trombose. Je kunt beter kiezen voor een koper- of hormoonspiraal, condooms of overweeg een sterilisatie.
Tijdens de borstvoeding kan je de minipil gebruiken. Deze bevat alleen het hormoon progesteron en geeft geen verhoogd risico op trombose. Wil je meer weten over alle opties, lees er meer over en bespreek het met je zorgverlener.