Je bent zwanger en hebt eerder een vroeggeboorte gehad of een vormafwijking van de baarmoeder. Hierdoor heb je een grotere kans om in deze zwangerschap te vroeg te bevallen. Afhankelijk van jouw situatie wordt een plan gemaakt voor de controles, die bij je verloskundige of in het ziekenhuis zullen plaatsvinden.

Om de kans op vroeggeboorte te verkleinen, kom je in aanmerking voor progesteron (zoals Utrogestan). Dit zijn vaginale tabletten die je dagelijks gebruikt van 16 tot 36 weken. Dit medicijn helpt de kans op vroeggeboorte te verlagen. We bespreken dit tijdens de afspraak van 14 weken in het ziekenhuis of via een belafspraak.

Tijdens de controles meten we regelmatig de lengte van de baarmoedermond. Als je eerder vóór 34 weken bent bevallen, nemen we een eenmalige kweek van de vagina af en controleren we de urine.

Als je in een eerdere zwangerschap heel vroeg bent bevallen, kan ook een cerclage worden overwogen. Dit is een bandje dat tijdens een operatie om de baarmoedermond wordt geplaatst. Dit kan preventief rond 14 weken worden gedaan, of later in de zwangerschap (tot 24 weken) als de baarmoedermond korter wordt.

Gaat alles goed en ben je nog niet bevallen? Dan kun je vanaf 37 weken weer terecht bij je verloskundigenpraktijk voor de controles. Heb je een vormafwijking van de baarmoeder, dan blijf je onder controle van het ziekenhuis.